De vier principes van WCAG
Wil je een website, app of digitaal document maken die echt voor iedereen werkt? Dan is het belangrijk om te begrijpen wat de vier principes van WCAG zijn. Deze principes vormen de basis van digitale toegankelijkheid. In dit artikel leggen we ze duidelijk uit, met voorbeelden en tips voor de praktijk.
Wat is WCAG?
WCAG staat voor Web Content Accessibility Guidelines. Dit zijn internationale richtlijnen die uitleggen hoe je digitale informatie toegankelijk maakt voor mensen met een beperking. WCAG is opgesteld door het World Wide Web Consortium (W3C).
De huidige versie waar de meeste wetgeving zich op baseert is WCAG 2.1 niveau AA. Binnenkort wordt WCAG 2.2 belangrijk, en WCAG 3.0 is in ontwikkeling.
WCAG is opgebouwd uit vier principes. Deze principes helpen je om digitale content begrijpelijk, bruikbaar en toegankelijk te maken voor iedereen.
De vier principes van WCAG
De vier principes van WCAG vormen samen het woord POUR (Engels voor ‘gieten’). Dit staat voor:
- Perceivable – waarneembaar
- Operable – bedienbaar
- Understandable – begrijpelijk
- Robust – robuust
Hieronder leggen we elk principe uit in duidelijke taal.
1. Perceivable (Waarneembaar)
Iedere gebruiker moet de informatie op je website kunnen waarnemen. Dat betekent dat je informatie op verschillende manieren aanbiedt, zodat iedereen het kan zien, horen of lezen.
Voorbeelden:
- Voeg alternatieve tekst toe bij afbeeldingen, zodat blinde gebruikers via een schermlezer begrijpen wat er op de afbeelding staat.
- Zorg dat video’s ondertiteling of een transcript hebben, zodat slechthorende of dove gebruikers de inhoud ook kunnen volgen.
- Gebruik voldoende kleurcontrast tussen tekst en achtergrond, zodat mensen met een visuele beperking de tekst goed kunnen lezen.
- Gebruik koppen en lijsten op een duidelijke manier, zodat schermlezers de structuur goed kunnen voorlezen.
Tip: Stel jezelf de vraag: “Kan iemand die niet ziet of hoort deze inhoud toch begrijpen?”
2. Operable (Bedienbaar)
Alle functies op je website moeten bedienbaar zijn door verschillende mensen, ook als ze een muis niet kunnen gebruiken.
Voorbeelden:
- Zorg dat je website goed werkt met alleen een toetsenbord (zoals via Tab en Enter).
- Geef interactieve onderdelen zoals knoppen en links voldoende focus en zichtbare aanduiding.
- Gebruik duidelijke labels voor formulieren, zodat iemand weet wat hij of zij moet invullen.
- Vermijd flikkerende content die epileptische aanvallen kan veroorzaken.
Tip: Test je website eens zonder muis. Kun je alles nog gebruiken? Dan is de kans groot dat je goed op weg bent.
3. Understandable (Begrijpelijk)
De inhoud én de bediening van je website moeten begrijpelijk zijn. Niet alleen voor mensen met een beperking, maar voor iedereen.
Voorbeelden:
- Gebruik duidelijke en eenvoudige taal (zoals taalniveau B1) zodat meer mensen je teksten begrijpen.
- Zorg dat formulieren logisch opgebouwd zijn, met uitleg bij elk veld.
- Gebruik consequente navigatie en opmaak, zodat gebruikers snel leren hoe de site werkt.
- Geef foutmeldingen bij formulieren die mensen echt helpen om het probleem op te lossen.
Tip: Laat een ander je website gebruiken zonder uitleg. Begrijpt diegene wat er gebeurt? Dan ben je goed bezig.
4. Robust (Robuust)
Je website moet goed werken met verschillende apparaten, browsers en hulptechnologieën, nu én in de toekomst. Dat noemen we robuust.
Voorbeelden:
- Gebruik correcte HTML-code zodat schermlezers de inhoud goed kunnen interpreteren.
- Test je website in meerdere browsers en op verschillende schermformaten.
- Zorg dat content niet afhankelijk is van alleen JavaScript of specifieke plugins.
- Gebruik moderne webstandaarden, zodat je content ook toegankelijk blijft bij updates.
Tip: Laat je website testen met een schermlezer of toegankelijkheidstool om te zien of alles werkt zoals het hoort.
Waarom zijn deze principes belangrijk?
De vier principes van WCAG zijn geen strikte regels, maar vormen een denkkader. Ze helpen je om na te denken over hoe verschillende mensen jouw content gebruiken – met hun ogen, oren, handen of hulptechnologie.
Door deze principes toe te passen:
- maak je je website toegankelijk voor mensen met een beperking,
- verbeter je de gebruiksvriendelijkheid voor iedereen (ook ouderen, mensen met weinig digitale ervaring, of mensen met stress),
- voldoe je aan de eisen van wetten zoals de Wet digitale overheid en de European Accessibility Act.
Toegankelijkheid is dus geen extraatje, maar een essentieel onderdeel van goed ontwerp.
Hoe begin je?
Wil je je website of app verbeteren op basis van de vier WCAG-principes? Begin dan met deze stappen:
- Lees de WCAG in gewone taal – Er zijn samenvattingen en checklists op B1-niveau beschikbaar.
- Voer een toegankelijkheidsscan uit – Bijvoorbeeld met WAVE of Axe.
- Voeg structurele verbeteringen toe – Denk aan alt-teksten, toetsenbordnavigatie en duidelijke taal.
- Betrek gebruikers – Vraag mensen met verschillende beperkingen om feedback.
- Laat een handmatige toegankelijkheidsaudit doen – Zo krijg je gericht advies en inzicht in wat er beter kan.
Samenvatting
De WCAG helpt je om digitale content toegankelijk te maken. De vier principes zijn:
- Waarneembaar: de informatie moet zichtbaar of hoorbaar zijn voor iedereen.
- Bedienbaar: de website moet te gebruiken zijn met muis, toetsenbord of andere hulpmiddelen.
- Begrijpelijk: alles moet duidelijk en logisch zijn, in taal én werking.
- Robuust: de website moet goed werken met verschillende browsers en hulptechnieken.
Werk je met deze principes, dan zet je een grote stap richting een inclusieve digitale wereld.
Meer leren over digitale toegankelijkheid?
In onze kennisbank vind je meer artikelen over WCAG, wetgeving en praktische tips:
- Wat is WCAG?
- Hoe pas je digitale toegankelijkheid toe?
- Wat is de European Accessibility Act?
Of neem contact op voor advies of een toegankelijkheidsaudit op maat.