Wat is de WCAG?
Als je bezig bent met digitale toegankelijkheid, kom je al snel de term WCAG tegen. Maar wat betekent WCAG precies? En wat kun je ermee als je een website maakt of beheert? In dit artikel leggen we het eenvoudig uit.
Wat betekent WCAG?
WCAG staat voor: Web Content Accessibility Guidelines. In het Nederlands: Richtlijnen voor Toegankelijke Webinhoud.
De WCAG is een internationale standaard die beschrijft hoe je websites, apps en andere digitale producten toegankelijk maakt voor iedereen. Ook voor mensen met een beperking.
De richtlijnen worden gemaakt door het W3C, een internationale organisatie die regels en standaarden maakt voor het web. WCAG is dus wereldwijd de belangrijkste norm op het gebied van digitale toegankelijkheid.
Waarom zijn de WCAG belangrijk?
Niet iedereen gebruikt een website op dezelfde manier. Denk aan mensen die:
- slecht kunnen zien of blind zijn,
- kleurenblind zijn,
- doof of slechthorend zijn,
- moeite hebben met lezen of begrijpen,
- alleen een toetsenbord gebruiken,
- of hulpmiddelen gebruiken, zoals een schermlezer.
De WCAG helpt om websites zo te maken dat iedereen ze kan gebruiken. Ook mensen met beperkingen. Als je de WCAG volgt, zorg je dat je site:
- duidelijk,
- begrijpelijk,
- bedienbaar
- en goed zichtbaar is.
Voor wie geldt de WCAG?
De WCAG is een internationale richtlijn. In veel landen is de WCAG ook verwerkt in wetgeving. In Nederland is dat het geval bij de wet digitale toegankelijkheid voor overheden.
Voor overheidsinstanties is het verplicht om te voldoen aan WCAG 2.1 niveau AA. Andere organisaties zijn (nog) niet verplicht, maar het is wel verstandig om de WCAG te volgen. Want digitale toegankelijkheid:
- vergroot je bereik,
- voorkomt uitsluiting,
- en verbetert de gebruiksvriendelijkheid voor iedereen.
Ook voor commerciële bedrijven geldt sinds 2025 de European Accessibility Act (EAA). Die verplicht digitale toegankelijkheid voor bepaalde diensten en producten.
Hoe is de WCAG opgebouwd?
De WCAG bestaat uit vier principes. Deze vier principes vormen de basis van digitale toegankelijkheid. Alles wat je doet, moet voldoen aan deze principes:
- Waarneembaar – informatie moet op te merken zijn.
- Bedienbaar – gebruikers moeten alles kunnen bedienen.
- Begrijpelijk – informatie en gebruik moeten duidelijk zijn.
- Robuust – de website moet werken met verschillende apparaten en hulpmiddelen.
Deze vier principes worden in het Engels samengevat als: POUR (Perceivable, Operable, Understandable, Robust).
Onder elk principe staan richtlijnen en succescriteria. De WCAG kent drie niveaus:
- Niveau A – het minimale niveau.
- Niveau AA – het aanbevolen (en wettelijk verplichte) niveau.
- Niveau AAA – het hoogste niveau, optioneel.
De meeste websites streven naar niveau AA, omdat dat goed haalbaar is én wettelijk vaak verplicht.
Voorbeelden van WCAG-eisen
Hieronder een aantal voorbeelden van wat de WCAG vraagt:
- Alt-teksten bij afbeeldingen.
- Genoeg contrast tussen tekst en achtergrond.
- Goede koppenstructuur (H1, H2, H3).
- De website moet goed werken met alleen het toetsenbord.
- Formulieren moeten duidelijke labels en foutmeldingen hebben.
- Geen gebruik van alleen kleur om iets duidelijk te maken.
- Ondertiteling bij video’s.
- Duidelijke linkteksten, zoals “Lees meer over ons aanbod” in plaats van “Klik hier”.
Deze regels helpen mensen met een beperking, maar verbeteren ook de gebruiksvriendelijkheid voor iedereen.
Wat is het verschil tussen WCAG 2.0, 2.1 en 2.2?
Er zijn verschillende versies van de WCAG. De nieuwste officiële versie is WCAG 2.2, die eind 2023 is gepubliceerd.
- WCAG 2.0 (2008): de basisversie.
- WCAG 2.1 (2018): met extra richtlijnen voor mobiele apparaten en cognitieve beperkingen.
- WCAG 2.2 (2023): met nog meer aandacht voor gebruikers met leerproblemen of moeite met concentratie.
In Nederland geldt voor overheden nog steeds WCAG 2.1 niveau AA als norm. Maar veel organisaties stappen over op WCAG 2.2, omdat die nog beter aansluit bij verschillende gebruikers.
Hoe weet je of je website aan de WCAG voldoet?
Dat kun je op verschillende manieren onderzoeken:
- Gebruik een automatische toegankelijkheidstest zoals WAVE of Axe.
- Vraag een expert om een handmatige toegankelijkheidsaudit te doen.
- Laat je website testen door mensen die hulpmiddelen gebruiken (zoals een schermlezer).
Houd er rekening mee: automatische tools vinden niet alles. Veel toegankelijkheidsproblemen zijn alleen handmatig te beoordelen.
Wat als je website (nog) niet voldoet?
Dat is geen ramp, maar wel iets om aan te werken. Toegankelijkheid is geen eenmalige actie, maar een doorlopend proces. Begin bijvoorbeeld met:
- duidelijke teksten,
- voldoende contrast,
- goede koppen,
- en alt-teksten bij afbeeldingen.
Werk daarna verder aan formulieren, toetsenbordbediening, video’s en andere onderdelen. Zo maak je je site stap voor stap beter toegankelijk.
WCAG en toegankelijk ontwerpen
Toegankelijkheid is meer dan techniek. Je kunt de WCAG ook gebruiken in de ontwerpfase. Denk bijvoorbeeld aan:
- duidelijke knoppen en voldoende ruimte,
- eenvoudige navigatie,
- heldere taal,
- en ontwerpen met voldoende contrast.
Zo voorkom je dat je achteraf alles moet aanpassen. Toegankelijk ontwerpen vanaf het begin is efficiënter en goedkoper.
Samenvatting
- WCAG betekent: Web Content Accessibility Guidelines.
- Het is een internationale standaard voor digitale toegankelijkheid.
- WCAG helpt je om je website of app bruikbaar te maken voor iedereen.
- De richtlijnen zijn gebaseerd op vier principes: waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust.
- De WCAG kent drie niveaus: A, AA en AAA.
- In Nederland is niveau AA verplicht voor de overheid.
- Bedrijven doen er goed aan om ook WCAG toe te passen, zeker met het oog op de Europese wetgeving.
Wil je meer weten?
Lees dan ook onze andere artikelen over:
- Wat is digitale toegankelijkheid?
- Hoe pas je digitale toegankelijkheid toe?
- Toegankelijke websites voor zorgprofessionals
Of neem contact op voor een toegankelijkheidsaudit. Zo weet je precies waar je staat en wat je kunt verbeteren.